Hugo de Jonge is minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maar ook verantwoordelijk tijdens de overheidsaanpak van de coronacrisis. Hij liet zijn gezicht zien in het stadion van Feyenoord.

Geeft hij met zijn aanwezigheid in De Kuip een slecht signaal af? Goede vraag!

Aanwezigheid fans een utopie

Lange tijd zag het er vrij somber uit voor de fans van hun favoriete sporten. Voetbalstadions bleven leeg, waardoor de coaching van de spelers op het veld luid en duidelijk te horen was op de Nederlandse televisie. Maar ook tijdens de Olympische Spelen in Tokyo bleven de tribunes leeg. Een groot gemis, als je het ons vraagt. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd worden de regels strak nageleefd.

Licht aan het einde van de tunnel?

Vanaf het nieuwe sportseizoen leken alle seinen weer op ‘groen’ te gaan staan. Aan de start van het Eredivisieseizoen – en bij alle andere professionele sporten – mochten de stadions weer geleidelijk aan volstromen. Er is licht aan het einde van de pikdonkere tunnel, waar fans al sinds maart 2020 smachten naar een bezoekje aan hun favoriete club of sport.

Drukte in de stadions neemt toe

Hossende menigten, dronken fanatieke aanhang en schreeuwende massa; éindelijk weer zicht- en hoorbaar in de grootste stadions van Nederland! Dit leek lange tijd goed te gaan, aangezien de besmettingscijfers in de stadions zelf laag bleven. Mede dankzij vaccinatie- of testplicht werd een brandhaard voorkomen. Tóch vond Hugo de Jonge de ‘hossende menigte’ geen goed idee. Niet alleen hij, maar ook de Horecabranche voelde zich in het hemd gezet. Hun festivals werden immers in grote getale afgeblazen.

Hugo de Jonge in De Kuip

Het was voor Hugo de Jonge reden genoeg om met zijn zoontje zijn favoriete club in De Kuip te gaan bezoeken. De supporters keerden zich tegen de demissionair minister met teksten als: ‘Hugo, zitten en muil houden’. Hij wimpelde het af als ‘stadionhumor’ en zag het niet als reden om meer maatregelen te treffen. Toch wil hij af van de staantribunes, waar de fans te kort op elkaar zitten. De grote, terechte vraag is natuurlijk: wat was zijn bedoeling door zelf aanwezig te zijn in het stadion? De fans zelf zullen het wellicht opvatten als provocatie, maar wij zien de goedheid in de mens. Hoogstwaarschijnlijk was zijn bedoeling van goede aard. Iets in de trant van: ‘zo kan het ook: voetbal kijken kan en mag, maar wel zittend op een stoel’.